Afleiding

Er is een week voorbij sinds ik mijn openhartige blog heb gepost over mijn gewicht en de negatieve gevoelens die ik daar bij heb. Ik wil daar van af. Niet van die blog, maar van die gevoelens natuurlijk. Dat betekent niet dat ik alleen maar sla ga eten en ook niet dat ik streef naar een maat 36, maar een acceptabel zelfbeeld dat is al pure winst. Ik wil kilo’s kwijt raken en daar moet ik iets voor doen. Meer bewegen en minder snoepen. Hoe simpel kan het zijn.

Makkelijk gezegd dan gedaan. Wij allemaal leven in bepaalde patronen. Patronen die je mee hebt gekregen van vroeger of die je naar gelang het volwassen worden zelf hebt geconstrueerd. Om een patroon te doorbreken heb je wilskracht nodig en hulp. Hulp in de vorm van inzicht en steun van een geliefde bijvoorbeeld. Met dat inzicht zit het redelijk goed (ik weet waar de eetbehoefte vandaan komt) en de steun heb ik ook in mijn broekzak zitten, maar dan die wilskracht. Wat is het moeilijk om die obsessieve gedachten over eten stil te krijgen. Mediteren helpt me niet meer. Ik heb lang geprobeerd om de gedachten te verdrijven door stilte te zoeken. Dat lukt dus niet. Nu gooi ik het over een andere boeg. Het sleutelwoord is: afleiding. Telkens als ik honger begin te krijgen of een snaai-moment voel aankomen, ga ik iets doen. Vandaag heb ik onder andere boodschappen gedaan, getankt, de krant gelezen, de badkamer gepoetst, de slaapkamer opgeruimd en gepoetst, boven stof gezogen en beneden ook, mijn servieskast opnieuw ingericht, gelezen in mijn boek, 45 minuten gewandeld, kinderen uitleg gegeven over Pablo Picasso, paprika’s gesneden, kat Tinus bijna zijn nek omgedraaid, boeken naar zolder gebracht en deze blog geschreven. Oh ja en ook nog een gesprek gevoerd met manlief en samen gedineerd.

Allemaal leuk en aardig die afleiding en ik ga ervan uit dat de kilo’s er af vliegen, maar voor nu kan ik alleen nog maar zeggen dat bovengenoemde lijst me helemaal uitput. Misschien is dat dan wel het geheim van afvallen. Na een dag als vandaag spring ik op de bank en ben te moe om naar de voorraadkast te lopen om chips te pakken.

Humor

Je hebt veel verschillende vormen van humor. De zachtaardige onschuldige humor van André van Duin, de hysterische humor van Bert Visser, de subtiele eindeloze gerekte humor van Brigitte Kaandorp, de snelle agressieve vorm van Dolf Jansen, de taalspelletjes van Herman Finkers, de politiek getinte verhalen van Youp van ’t Hek en de absurdistische -geen touw aan vast te knopen- humor van Hans Teeuwen.

Ik kan alles hebben, naar gelang mijn humeur. Youp van ’t Hek vind ik briljant. Ik heb tranen met tuiten gelachen om zijn sketch over het Ikea stapelbed. Marc-Marie Huijbregts laat me bulderen als hij spreekt over vogelpoep die spontaan op zijn jas terecht komt. Met Brigitte Kaandorp voel ik mee met haar misère over hoe het is om kinderen op te voeden. Elk gemoed kent een andere vorm van humor. Ik houd ervan en sta ervoor open. Ook voor de grove seksistische humor van Hans Teeuwen. Gisteren zijn we naar een voorstelling van hem geweest. Hans Teeuwen is echt een bijzondere kerel. Hoe hij zich beweegt op toneel is fantastisch om te zien. De grofheid spatte ervan af en ik vond het geweldig. Hij doet wat we allemaal wel eens zouden willen doen tijdens een saaie vergadering of een doodvermoeiende verjaardag van je schoonmoeder. Op een tafel staan en een ander keihard uitfoeteren. Heerlijk.

Telkens als ik naar een cabaretvoorstelling ga en bijna in mijn broek plas van het lachen, maakt er altijd eenzelfde gedachte mij meester. Eigenlijk twee gedachten, vragen meer:
1. Hoe is de cabaretier in het echt? en
2. Hoe knap is het dat je een solovoorstelling geeft?

Helemaal alleen op zo een mega podium. Diep respect heb ik daarvoor. Je helemaal laten gaan en er geen moer om geven wat een ander daarvan vindt. Nou ja, zolang je maar kaartjes verkoopt natuurlijk.

Hans Teeuwen zingt vreemde liedjes, beweegt op een manier die ik nog nooit een mens heb zien doen en maakt de grofste grappen over een specifiek (niet nader te noemen) geloof, maar wie is deze man nu eigenlijk? Hij komt over als een intellectueel die zich verzet tegen de door rechts opgewekte angst, maar ook een man die de vinger op de zere plek van een land kan leggen. Dat is niet zonder risico. Zijn kop staat ver, ver, ver boven het maaiveld. Daar heb ik bewondering voor.

Is het belangrijk om antwoorden op boven gestelde vragen te krijgen? Nee, absoluut niet. Misschien werkt dat juiste averechts. Wordt de bewondering minder als je weet dat Hans Teeuwen een saaie lul is of Brigitte Kaandorp een kenau of Herman Finkers een racist.

Ik geniet nog na. Een avond vol humor met allemaal verschillende mensen. Grappen verbindt. Daar zouden ze in Den Haag misschien iets mee kunnen. Hans Teeuwen for president?

 

 

 

Storm

Vandaag was de eerste dag van de afgelopen week waarin een vorm van rust voorkwam. Het was een chaotische en hectische week met als hoogtepunt de storm van donderdag. De takken vlogen ons om de oren. We wonen aan een park en op onze uitbouw kletterde de ene tak na de andere op het platte dak. Een oorverdovend gebrul liet de openhaard horen en de kinderen waren danig onder de indruk. Die avond explodeerde er ook iets in me tijdens een vergadering op school en de stormachtige dag was compleet.

Wat verder deze week een heikel punt was, waren de obsessieve gedachten die het overduidelijk niet eens zijn met mijn voornemen om gezonder te gaan leven. Ze bleven maar komen, als ongenode gasten of vreemden die je op straat achtervolgen. Fluisterend vroegen ze om aandacht. Toen ze die niet kregen, gingen ze over tot schreeuwen, zeuren, klagen, bedelen, belonen en dreigen. Alles kwam voorbij. Gisteren was ik het zo beu dat ik naar de voorraadkast liep om me over te geven. Bij gebrek aan een witte zakdoek koos ik voor chips. Ik liep naar de keuken en een storm begon te woeden in mezelf. Ik kreeg het er warm van en opeens hoorde ik een stem die zei: “Nee, je doet het niet. Nu eens niet. Nee, het gaat niet gebeuren.” Ik vulde een glas met water. Ging zitten en vertrok om negen uur naar bed. Trots.

Het begin is er. Na mijn blog over mijn lijf ben ik begonnen met mezelf toe te spreken. Die obsessieve gedachten moeten vertrekken, enkele reis Siberië stel ik voor. De angst grijpt me soms bij de strot. En onzekerheid: kan ik het nu wel volhouden en wat als??????

Het bewijs ligt er. Ik durf te bloggen over mijn strijd. Ik durf actie te ondernemen. Ik durf nee te zeggen. Nu zoek ik nog de moed om vol te houden. Dag voor dag.

Moment

Elk moment is anders
de film speelt zich
telkens af
verschillende acteurs
locaties, emoties

Elk moment is anders
met jou erbij
dezelfde die verhaalt
bekijkt en toch
verschillende woorden spreekt

Elk moment is anders
zo als het weer
slaat het om
mooi, triest of brullend
als een leeuw

Elk moment is telkens anders
ik vermom me,
de kameleon in een te ruime jas
geraakt door een zucht, zware storm
of een lach

en ik,

ik ben telkens anders

Maandag

Ik weet niet goed wat er aan de hand is, maar sinds een paar weken voelt de maandag aan als de maandag, dinsdag, woensdag en donderdag ineen. Wat gebeurt er toch? Op mijn werk voel ik me op de maandagen om 11 uur in de ochtend alsof de week alweer bijna voorbij is. En dan moeten we nog pas op gang komen. Collega’s hebben behoefte om al hun problemen en vragen te delen op maandag. Afspraken worden allemaal gepropt in die maandag. Alsof de rest van de week niet meetelt.

Vandaag was het toppunt van de hectische maandag. Ik vraag me al lang niet meer af waarom sommige dagen een kleur hebben meegekregen. Blauw is bij uitstek de kleur van mijn maandag. En dan niet die mooie indigokleur blauw. Nee, dat blauw van een afstervend been. Zwart/paars, verstikkend afstervend blauw. Misschien wat overdreven. Ik geef het toe, maar ohhhh die maandag is bijna niet te doen.

Normaal vind ik thuis nog wat tegenwicht. Dan kom ik binnenstormen en staat er een liefhebbende echtgenoot te koken, kindjes die op me afkomen stormen en me overladen met kusjes en de geur van veiligheid en rust die over me heen spoelt. Niet vandaag. Vandaag was het ook thuis maandag. Kinderen die niet wilden eten (kind 1: ik heb buikpijn, kind 2: ik ook, kind 1: maar ik heb echt buikpijn, kind 2: ja, ik ook), geen manlief die de heerlijkste gerechten voorschotelt en een buurman die buiten in de tuin aan het klussen is en de bel niet hoort zodat ik mijn pakketje niet kan afhalen. Ik meet mijn hartslag en kom uit op een score van 101 slagen per minuut. Dat is voor iemand met een extreem lage hartslag (gemiddeld 55 per minuut) heeeeel hoog. Dus er zit niets anders op dan te gaan zitten. Adem in, adem uit. Ook deze maandag gaat weer voorbij (geleerd van de pufklas: ook deze wee gaat weer voorbij) en te bedenken dat morgen het allemaal beter wordt of misschien is het dan black Tuesday. Wie weet.

Beeld

Vandaag wil ik schrijven over iets waar ik liever niet over schrijf. Ook praat ik er niet graag over. Is het schaamte? Misschien voor een deel wel. Soms doe ik of ik er niet mee bezig is. En eigenlijk is dat ook wel in bepaalde perioden, maar nu zit ik er weer mee. De afgelopen 8 jaar schommelt mijn gemoed in het spectrum van: “ach je leeft toch maar één keer, wat kan mij het schelen” naar “dit kan zo niet langer doorgaan, hier moet ik iets aan doen”. Waar het over gaat? Over datgene waar het bij zoveel vrouwen over gaat. Mijn figuur.

Ik ben al jaren te zwaar. Niet dramatisch veel, maar genoeg om me bij vlagen doodongelukkig te voelen. Eten beheerst een groot deel van mijn leven, vooral de gedachte daaraan. Ik geef toe, heb zwak vlees en vind alles lekker. Alle excuses die er zijn ken ik en gebruik ik. Verstandelijk, rationeel, weet ik waar het aan ligt en vooral hoe je moet afvallen, maar emotioneel en hormonaal sla ik geregeld door waardoor die paar zwaarbevochten kilo’s met een noodgang weer aan die dijen geplakt zitten.

Het vreemde is dat ik vaak pas op een foto of (erger nog) bewegend beeld zie dat ik veel dikker ben dan ik in mijn hoofd denk te zijn. Ik heb een soort van omgedraaide anorexia, grap ik wel eens. Ik heb een veel slanker zelfbeeld dan in werkelijkheid de spiegel laat zien. Dat heb ik ook altijd al gehad met mijn lengte. Ik ben niet groot en toch heeft mijn geest een langer zelfbeeld gecreëerd dan werkelijk waar is.

Vandaag ben ik op een punt gekomen dat ik schrijf over mijn worsteling en dat is de eerste stap. Ik wil niet langer zo zwaar zijn. Ik wil niet meer dat mensen denken dat ik zwanger ben. Ohhh, wat was dat een heerlijke tijd trouwens. Ongegeneerd mijn buik uitzetten, want daar zat een levend wezen in en dan is zo een dikke buik opeens heel mooi en aaibaar.

Waar ik het meeste mee zit, is dat ik mezelf in badkleding of naakt onaantrekkelijk vind. Dat is heel wat om toe te geven aan mezelf. Ik spreek hardop uit dat ik mezelf zonder kleding niet mooi vind. Dat vind ik pijnlijk. Het gaat er mij niet om dat ik mezelf in een maat 36 kan hijsen. Nee, ik wil me fit, vrolijk en mooi voelen. Geen schaamte voor mezelf. Niet meer stiekem snaaien. Het is genoeg geweest. Op alle fronten heb ik een leuk leven. Ik ben gezegend met zo veel: man, kinderen, vrienden, zussie, werk, schrijven, huis, tuin, uitzicht, bed, spulletjes. Alles heb ik wat mijn hartje begeerd. Na jarenlange innerlijke emotionele strijd om de ballast van mijn verleden af te gooien is het nu tijd dit laatste rugzakje af te werpen. Het beeld van mijn ik bestaat al. Nu nog de bijpassende reflectie in de spiegel.

 

Beleving

Ik las van de week een artikel in de krant en mijn professionele interesse werd gewekt. Het ging over bedrijven die functies vermengden en dat de desbetreffende gemeente dit toejuichte. Het gaat dan om bijvoorbeeld het winkelen en een wijntje drinken. Uit eten en kleding kopen. Vanuit diverse hoeken werd bezwaar gemaakt tegen deze vermenging. Dit alles viel me op, maar baarde me geen enkele onrust. Ook kwam er geen andere emotie bij me op. Totdat ik het volgende las. Een of andere adviseur vond vermenging van functies goed omdat je daardoor de ultieme (shop)-beleving creëerde.

Kortsluiting

Nu is het al langer aan de hand. Ik zie en hoor het overal. Alles is tegenwoordig een beleving. Wat vroeger een ervaring was is nu een beleving. We hebben naast de borstvoedingspolitie, de modepolitie, de eetpolitie, nu ook de belevingspolitie. Je kunt niet meer uit eten en lekker eten. Nee, je gaat dineren en verwent jezelf met een beleving. Je kunt niet meer gaan winkelen en eindeloos spijkerbroeken passen die met je maatje meer en je korte gestalte altijd moeilijk te vinden zijn waardoor je gefrustreerd met koffiekoeken thuis komt. Nee, je hebt een shop beleving. Het gaat erom dat je in de winkel ook je haar kunt laten doen of je tanden kunt nakijken of je nagels kunt bijpoetsen of een onsje boterhamworst kunt kopen. Alles in dienst van de beleving. Een wandeling in het bos waarbij je eikels zoekt en in de hondenpoep stapt wat je met een stokje uit je grove profielen probeert te peuteren is niet zomaar meer een wandeling. Nee, dat is een natuur-beleving. Nog een laatste dan: een kunstwerk bekijken, je vergapen op een Modiglini waarbij je in tranen geroerd bent, is geen museumbezoek meer. Nee, dat is een kunstzinnige-beleving en daar ga je dan eindeloos over blaten.

Ik word daar dus onpasselijk van. Vooral de eerste drie voorbeelden zijn in mijn optiek vormen van alledaagse bezigheden die via de woordkeuze “beleving” een absurde nieuwe lading krijgen. Een bijbehorende andere ergernis is dat je naast al die dingen te moeten “beleven” ook altijd maar gelukkig moet zijn en -hier komt tie- moet genieten. Dat kan niet. Moeten genieten is een contradictio in terminis. Het is innerlijk tegenstrijdig. Je kunt genieten niet opdringen en zo kun je beleven niet verplichten want zoals Van Dale terecht zegt “een beleving is een innerlijke ervaring”.

Dus doe mij nu alsjeblieft een plezier en stop met al die belevenissen. Nou ja, trouwens deze blog. Tja, het lezen daarvan is natuurlijk een echte…

 

 

 

Lees

2017-02-12-22-04-51-1486933823

Ik kan er lang of kort over schrijven, maar ik ben gegrepen door dit boek. Lees dit boek. Huiver. Verwonder. Schaamte. Liefde. Angst. Spanning.  Ongeloof. Onrecht. Moed. Het heeft alles. Lees dit boek en leer. Nog steeds actueel. Leer en heb lief, ook diegenen met een andere kleur.