Gedichtendag

ik zag een gedicht
ze was wat aan de
kleine kant
kwam met de trein
stapte uit in Breda

ze was op het eerste
gezicht kleurrijk
en op het tweede ook
ze zag me en wuifde
woorden naar me toe

Ik ving ze, stopte ze
in mijn binnenzak
van mijn blauwe parka

thuis pakte ik ze uit
woord voor woord
alleen voor mij

stopte ze daarna
zorgvuldig weg in een
fluwelendoosje

dag gedicht

Het gaat niet

Het gaat niet zoals ik wil
de gedachten gaan te snel
ze stappen in de trein
niet in een treinstel
met paarse of groene zitjes
maar in een deel
van een goederentrein
die elk station voorbij raast
waardoor je haar wappert
en je naar de rand wordt
gezogen met een rotgang.

Het gaat niet zoals ik wil
ik voel teveel
zo onderin mijn buik
of bovenin bij mijn adem
maar nooit warm
zo met mijn hart
die dan opwelt of iets
anders doet net zoals je
in films altijd ziet gebeuren
terwijl pianomuziek opkomt
en tranen worden geplengd.

Het gaat niet zoals ik wil
woorden blijven komen
maar wat wordt dit nu eigenlijk
een gedicht of een
pathetische worsteling
van zinnen die de ambitie
hebben iets te duiden
en telkens verstrikt raken
verwarde woorden
gedachten en gevoelens
het gaat niet zoals ik wil.