Varen

Ik vind het elke keer weer vreemd om oog in oog te staan met de dood. Wat is dat nou precies, dood? Ik vind het ook een vreemd woord dood. Twee d’s en twee o’s. D.O.O.D. We geven betekenis aan de dingen die we meemaken door er woorden aan te geven. We proberen concepten te vangen door zinnen te construeren, maar voor mij schiet dat momenteel allemaal te kort. De dood, het verdriet, het zit in mijn huid, hangt als een bal in mijn maag en prikt in mijn ogen. Het is een allesoverheersend gevoel. Het neemt alles in beslag. Mijn eten smaakt anders, het licht buiten is anders, muziek klinkt anders.

Alles wordt afgezwakt en bedekt met een dunne grijze sluier. Dit gevoel blijft niet eeuwig, dat weet ik wel. Maar ik was vergeten hoe alles absorberend dit gevoel ook al weer is. Dat het je zo in zijn greep houdt en je dagen vult. Goedbedoelde adviezen zoals: je moet er doorheen of misschien moet je je zinnen verzetten, sla ik in de wind. Er is niets dat helpt op dit moment behalve voelen. Dat betekent dat de dag er wisselend uit kan zien: een lach kan zomaar omslaan in een traan. Prima.

Voelen, ademen, rust en alleen dat doen wat mijn diepste zelf me ingeeft is wat ik moet doen. Ik schrijf expres ‘moet’, want het is belangrijk om dit proces niet te forceren en op mijn gevoel te varen. Zo vaar ik vanzelf weer rustig vaarwater op.

Uitvaaart

Vanmiddag was de uitvaart van Marlies. Al twee dagen had ik een zeurende hoofdpijn en veel onrust in mijn lijf. Het einde is zo definitief. De dood zo verschrikkelijk onomkeerbaar. Ik was gevraagd een gedicht voor te dragen. Een gedicht dat ik al lang geleden had geschreven en naar Marlies had gestuurd. Het kon haar goedkeuring dragen. Wat een eer.

De uitvaart was volledig onder haar regie georganiseerd. Wie wat zou zeggen, wanneer welk muziekstuk gebracht zou worden en welk gebed er voorgedragen zou worden.

Het was indrukwekkend. De witte kist werd door haar broers naar binnen gereden en tranen spoten werkelijk waar uit mijn ogen. Daar liepen die grote mannen, gestoken in keurige pakken, hun kleine, jonge zusje naar haar laatste rustplaats te begeleiden. Onderwijl klonken de tonen van de muziek die ook de film Intouchables mede kracht gaf en kwamen er op een groot doek foto’s van Marlies langs. Als baby, tiener en jonge vrouw. Ook foto’s van de periode dat ze ziek was en steeds verder achter uit ging en ik staarde naar haar en voelde haar glimlach. De energie spatte er van af.

De dienst stond bol van mooie woorden en muziek en dus ook heel heel heel veel tranen. Mijn handtas zat vol zakdoekjes en ik voel nu nog steeds dat de sluizen niet helemaal dicht zijn. De tranen zitten zo dicht op de oppervlakte, omdat het verdriet, het gemis, de boosheid over de onrechtvaardigheid nog zo dicht op mijn huid zitten.

Nu is het stil en is het in het huis van Marlies nog stiller. Een man, een zoon en een dochter laat ze achter. Mensen die jarenlang voor haar gezorgd hebben, die het verloop van haar ziekte van dichtbij hebben meegemaakt, die elke stap achteruit hebben geobserveerd, die met haar in een cocon hebben geleefd de laatste weken en nu, nu is het stil. Haar zus vertelde dat ze heel veel belden met elkaar en vooral als de eerste sneeuw weer viel. Zij zal aan Marlies denken als de eerste vlok naar beneden valt. Ik zal aan haar denken, elke keer als ik Ikea binnen stap, als ik een nieuwe sjaal koop, als ik boos ben op mijn moeder en dat niet meer met haar kan delen, als ik mijn ogen sluit. Heel stil, denk ik aan haar.

Rouw

Ik heb op internet gezien dat er talloze boeken geschreven zijn over rouw. Dat er stadia zijn die je doorloopt als je iemand verliest. Daar zal vast wel iets in zitten, een kern van waarheid, maar in mijn hoofd gaat het van bla bla bla. Iedereen ervaart rouw toch op zijn eigen manier. Daar zijn geen regels voor of wetten. Daar moeten we trouwens toch eens mee ophouden. Ik bedoel daarmee: ophouden met alles in regels en wetten te vatten. Een over gecontroleerd en gereguleerd leven maakt dat we gaan vastzitten in een keurslijf, dat we stijf worden en oordelen over diegenen die zich niet laten vangen in zo een lijf.

Ik heb op mijn manier afscheid genomen. Ik heb afscheid genomen van een levende ziel, die ik recht in de ogen keek en waar ik de laatste hartkreten mee deelde. Ik ga niet zitten naast een kist waar een zielloos lijf, een leeg omhulsel ligt en dan uitroepen: “Oh wat ligt ze dr toch mooi bij. Echt vredig.” In mijn leven heb ik een paar dode lichamen mogen aanschouwen en ik heb er nooit eentje mooi bij zien liggen. Het tegenovergestelde juist. Grauw, zielloos, te veel make-up, raar haar etc. Maar nooit mooi.

Vandaag kwam de rouwkaart binnen. Het is vreemd hoe dit soort momenten me aan het denken zetten hoe ik het zelf wil. De kaart laat een opgaande of ondergaande zon zien. Mooie foto wel, maar vanuit fotografisch oogpunt niet fantastisch. Er staat een stukje boom misplaatst op, alsof deze nog van de foto gesneden moest worden. De woorden die simpelweg de aarde kleuren raken me: “Mijn dag was mooi, de nacht mag komen.”

Dat vind ik mooi. Deze vrouw heeft tot het einde de regie in handen gehad. Ze kon er niets aan doen dat ze ziek werd, maar hoe ze haar ziekte droeg en hoe ze naar het einde leefde, had ze wel in de hand. Haar laatste woorden geven de kracht van de vrouw weer. Ze vertellen mij dat het goed was. Dat geeft mij zo veel meer troost dan te kijken in een kist naar een leeg lijf.

Hoe

Hoe dicht je over de dood
als de dood zo dicht op je zit
als hij de dag vult en
de nacht leegzuigt

Hoe leef je verder
als een stukje vergaan is
als de smaak van fruit
wrang en bitter is geworden

Hoe geniet je weer van kleine dingen
als het grote verdwenen is
als waar het omgaat
afbrokkelt en uiteen valt.

Hoe neem je afscheid van een leven
als het leven je elke dag weer welkom heet
als de zon gewoon opkomt en de
regen ook nu op je neerdaalt.

Hoe dicht je over de verloren liefde
als de liefde nog zo dichtbij is
als het afscheid en de dood niet bestaat
hoe doe je dat…

 

 

Blauwe schoenen

20160922_192138

Fotokaart: Ministerie van Unieke Zaken

Blauwe schoenen

Daar sta ik, tegen die bruine kille muur
handjes gevouwen, strakke strik op mijn hoofd vastgeknoopt
mijn pony door moeder schuin afgeknipt
en veel te witte sokken
tentoongesteld, schijn werkelijkheid
ik wil naar huis én een broek
voetballen op het geelgroene gras en kort stekelig haar
ik wil korte sokken met vlinders dr’op of bloemen of poppen
of anders koppen van monsters
maakt niet uit en dan gestoken in stoere blauwe schoenen
trek ik de wereld in.

Surrealistisch

Gisteren zat ik te zappen en stuitte op een blote piemel waar een lange naald in werd gestoken. De eigenaar was niet tevreden met het formaat van zijn geslacht, dus er werd vet ingespoten om zijn kleine trots 2 cm dikker te laten worden. Hij had zijn apparaat hard nodig, aangezien hij per dag 5 keer zijn functie moest uitoefenen.
Deze scene zag ik ongeveer een uur nadat ik afscheid (voor de tweede maal, maar nu definitief) had genomen van een geliefde die al bijna zes jaar vecht tegen de gevolgen van ALS.

Ergens in mijn hoofd ontstond kortsluiting. De beelden die op mij werden afgevuurd spoorden niet met de hevige emoties die ik net daarvoor had beleefd en waar ik nog van aan het bijkomen was.

Afscheid nemen van iemand die enkele jaren ouder is dan ikzelf en die vol bewustzijn het einde tegemoet gaat is surrealistisch. Het is niet te bevatten met dat kleine brein waarmee wij mensen gezegend zijn. Opeens moest ik denken aan de schilderijen van Salvador Dali. Op die doeken gebeurt veel en dat wat er gebeurt spoort niet met je verwachtingen. Het gaat in tegen alles wat je kent, wat je verwacht, wat hoort. Zo zie ik dit afscheid ook. Zo een jonge vrouw hoort niet een ziekte zoals ALS te krijgen. Een ziekte zoals ALS, waarbij je lichaam langzaam wordt gesloopt terwijl je geest tot de laatste ademteug helder blijft, hoort überhaupt niet te bestaan. Afscheid nemen van een geliefde die naast je zit en je indringend met haar bruine ogen aankijkt hoort niet, zeker niet als ze daarna nog drie dagen leeft voordat ze gaat hemelen. Het past allemaal niet. Ook niet dat je in je piemel vet laat spuiten. Als de natuur jou had willen zegenen met een grotere, langere of dikkere piemel dan had je die wel gekregen.

Al deze dingen passen, zoals de elementen van Dali die hij een op een doek samenbrengt, niet bij elkaar, maar toch vormen ze één geheel. Het leven. Het leven is soms niet te vatten, wat er gebeurt niet rechtvaardig en al helemaal niet eerlijk. Dus ik kijk er naar, wees me ervan bewust en ga door met ademen. De wereld draait door en wij draaien mee, gelukkig nog niet door.

Imitatio

Opdracht tijdens het schrijfweekend: schrijf een imitatio naar het gedicht ‘In het park’ van K. Schippers. Schrijf dit gedicht bij een kunstkaart of foto.

Dit is mijn uitwerking bij een foto waar ik al twee eerdere gedichten bij heb geschreven.

Foto Hysterie

Foto: Maaike Dekkers

Boos

Niet de regen maakt me boos
die stroomt toch wel langs me heen
niet mijn haar voor mijn ogen blokkeert mijn zicht
dat veeg ik met één gebaar wel weg
ook niet dat je me aanstaart
dat ben ik immers wel gewend
maar het gemak waarmee je aanneemt invloed
op mij te kunnen uitoefenen maakt
me razend, terwijl ik
vrij ben en ervoor kies
boos te zijn.

Creatie

mw-modigliani_naakt

Het schrijfweekend heeft veel inspiratie losgemaakt en creaties voortgebracht. Onder het genot van schrijfcake, een prachtige omgeving en sympathieke medecursisten ontstond er onder de nodige tijdsdruk -het regime was strak en streng- mooie dichtsels.

Eén van de opdrachten was: maak een zintuiglijk vrij vers naar aanleiding van een kijkherinnering. Twee strofes lang en de tweede strofe moest beginnen met ‘Hoe schilder je’.

Het navolgende gedicht heb ik gemaakt en voorgedragen. Na gekregen feedback heb ik het aangepast en dit is het geworden:

Zittend naakt

Lang duurt het voordat ik je echt zie
verbonden voel ik me met je
je naaktheid daagt me uit
die borsten zo vol en sappig als vruchten die
zowel verleiden als voeden, met nonchalant
een doek op je schoot geworpen.

Hoe schilder je een wezen op een doek van 60 centimeter
hoe vang je de essentie van deze vrouw
terwijl zij eenzaam hangt, de blik in haar
ogen verraadt het antwoord
jij kijkt niet naar mij, ik doorgrond jou
hoe schilder je dát.

 

 

 

Maria

Ik lees op het moment het boek “Volgens Maria Magdalena” van Marianne Fredrikson. Deze Zweedse auteur verdiept zich in de evangelie volgens Maria Magdalena. De boodschap van Maria dus die ze van Jezus heeft gekregen.

Ik heb geen religieuze achtergrond, heb thuis echt helemaal niets van welke vorm van religie mee gekregen en voel me altijd een beetje onkundig als het gaat om godsdienst. Op later leeftijd heb ik me wel verdiept in het Christendom, de Islam en het Jodendom, ook het Boeddhisme (waarvan wordt beweerd dat het geen godsdienst is, want er is immers geen God die aanbeden wordt) heb ik belezen. Nooit beleden. Mijn oma was katholiek en had een prachtig beeld van Maria Magdalena in haar woonkamer staan. In haar laatste appartement had ze niet zo heel veel ruimte, maar er werd altijd gezorgd voor een mooi plekje voor Maria. Haar handen in gebed gevouwen en blik naar beneden gericht, maakte dat Maria op mij een nederige indruk maakte. Zelf heb ik ook twee mooie Maria’s in huis. Zij geeft me, los van de godsdienst, altijd een vredig en kalm gevoel.

Nu lees ik dus dat boek en ben ik opeens gegrepen door die vrouw. De auteur geeft prachtig, zonder te oordelen en te moraliseren, hoe anders de wereld er uit had gezien als de mensheid (ik moet mijzelf hier corrigeren: de manheid) naar deze bijzondere leerlinge van Jezus had geluisterd. Of God nu wel of niet bestaat, daar gaat het nu niet om. Ik ga er wel van uit dat er ooit een man is geweest die de liefde heeft gepredikt. Hij heeft heel veel verteld en uitgedragen dat door anderen is gehoord en opgeschreven. Maria was een vrouw die in zijn nabije omgeving verkeerde en die dus zijn “lessen”, zijn evangelie heeft gehoord. Zij heeft dat gedeeld met andere volgelingen, mannen en die hebben haar voor gek verklaard. In die tijd had de vrouw geen stem. Wat zij zei was hysterie en kon onmogelijk geloofd worden, aldus de heersende testosteron gedreven opvatting.

Diep van binnen raakt dit verhaal me omdat ik voel dat het klopt. Lange tijd hadden vrouwen geen stem en zelfs vandaag de dag leven er vrouwen in deze wereld die hun mond gesnoerd worden. Hoe anders zou de wereld er uit zien als hun stem meetelde? Hoe anders zou de wereld eruit zien als niet alles ging om macht en ego? Nu wil ik niet beweren dat vrouwen niet machtslustig kunnen zijn of een ego kunnen hebben, sterker nog het is niet zo erg om een ego te hebben, maar de zachtheid die de vrouw ook in zich heeft, is naar mijn mening het medicijn tegen alle haat en geweld. Duizenden jaren geleden zag men dit al en werd deze boodschap, zelfs door een man, breeduit verkondigd. Waarom zijn dan al die vrouwen op heksenstapels verbrand of in de zee gedonderd met kilo’s stenen aan hun voeten? Waarom bekleden vrouwen geen hoge posities in de kerk? Waarom mogen vrouwen geen deel uitmaken van de Vrijmetselarij? Waarom mogen vrouwen niet zelf een auto besturen zonder man naast zich? Waarom hadden en hebben vrouwen een mannelijke chaperonne nodig als ze op straat lopen? Waarom moeten vrouwen zich bedekken?
Daar staat dan weer tegenover dat vrouwen de kinderen baren. Waarom zijn zij toegerust met zo een belangrijk orgaan als ze er niet toe doen? Als hun mening niet telt?

Ik weet het niet, mag ik gissen naar het antwoord? Is het omdat iedereen (vooral de mannen) weet dat de wereld balans nodig heeft, dat het goddelijke (wat dat dan ook is) in ons allemaal zit, dat we zowel mannen als vrouwen nodig hebben, dat we allemaal man en vrouw zijn, dat het draait om liefde voor alle wezens en dat vooral vrouwen in staat zijn deze liefde onvoorwaardelijk te geven en dat dit zo beangstigend is voor de altijd overheersende mannelijke orde dat de dames de mond gesnoerd wordt, want anders zou er misschien wel iets kunnen gebeuren waardoor de mannen de controle verliezen. Maar ja, ik weet het ook niet. Ik ben maar een vrouw die af en toe een inspirerend boek leest.