Ode aan de meekrap

Wortelstokken zo sterk
als paardenhaar
diep in de grond verscholen
verborgen schat
instrument in de handen van
grootse kunstenaars
al bekend in de oudheid
waar alles begon
in de 15de eeuw Zeeland
op de wereldkaart gezet

Nu een zeldzaamheid
gekoesterd om nostalgie
door de vingers geglipt
door de industrie verdrongen
maar door de kunst herwaardeert

Een nederige wortel
vol van zichzelf
na bewerking een onmisbare
grondstof om vorm te geven
aan passie
de rode kleur brengt
wol en zijde tot leven
geeft porselein een verhaal

Opdat wij nooit vergeten
dat de natuur ons
schoonheid schenkt

een blik in haar ogen
mijn eigen waarde
vliegt via het open raam
zo naar buiten

hard gewerkt om het te behouden

daar denkt zij niet aan
als ze ongevraagd
binnen komt, de ruimte
opeisend

lang gedaan over dit vertrouwen

therapie, zelfhulpboeken
urenlange yoga sessies
wandelingen en
geleide meditaties

een fundament herbouwen

zou het ooit klaar zijn
dichte ramen, rechte muren
een laag verf om die blikken
buiten te houden

en dan volop van mezelf houden

wat is dat toch met inspiratie
het verrast, sprankelt
is eigenzinnig
doet wat ze wil
afspraken kun je niet maken
dat past niet bij haar

ze geeft kleur of laat die zien
drukt zich uit in melodieën
beweging, tinteling
is niet te vangen
en al helemaal niet te dwingen
komt en gaat net zo onverwacht

het lijkt op de lente
opeens is daar de bloesem
de bomen vieren feest
de zon hervindt haar kracht
ik denk aan Hockney
inspiratie borrelt

als dromen konden praten
bij het ontbijt zouden ze
woorden achter elkaar zetten
zinnen vormen
beelden schetsen
een leeg canvas
vol kleuren
het verhaal begint met het einde
of ergens in het midden
er is nooit een begin
alles verdwijnt of
danst opeens in de lucht
tuimelend naar beneden
in gevecht met een
gezichtloze tegenstander
en opeens een dreun
een repeterend geluid
hier eindigt het verhaal
de droom zwijgt

voor verandering
wil ik loskomen
van de schaduw
het licht binnen laten
het perspectief
ondersteboven plaatsen
herschrijven van het verhaal

voor verandering
wil ik de waas
wegpoetsen
de ramen open zetten
mezelf binnen laten

voor verandering
wil ik het monster
in de bek kijken

verandering wil ik

Als ik jou zie
ontredderd, rode blosjes
op de wangen
diepe frons
de tijd opzuigend
zuchtend
ploeterend

Als ik jou zie
de spiegel
die voor wordt
gehouden
kan ik niet
negeren
ontkennen

Als ik jou zie
zou ik weten
wat dit betekent
dit leven
jouw leven
kan ik begrijpen
misschien zelfs weten

Als ik jou
toch eens zou zien

veel gedaan
meer gelaten
ruis in de lucht
vogels stoppen
met zingen
vliegen voorbij
achter die wolk
schijnt daar dan
de beloofde zon
beroofd
verdoofd
hoge druk
een gebied
dat blijft hangen
laat het dan
toch maar regenen
spoelt het stof
weg
over en sluiten

punt

schrijf toch eens over
licht en lucht
gebruik simpele woorden
niet van die dikke
die er altijd zo bovenop liggen

maak eens mooie
poëtische zinnen
win een prijs
maak van niets
iets om te herinneren
om trots op te zijn
maar wel iets
dat niet zo zwaar op
de maag ligt
zoals kaasfondue

doe toch eens niet zo
gewichtig over gevoelens
en het rijk van de schaduw
dat is niet passend
in deze tijd
een tijd waarin iedereen
het al zo zwaar heeft
jouw woorden voegen niets toe

wat blijft er dan over
als ik niet kan schrijven
geen gedachten kan formuleren
om ze los te laten
in de lucht
omdat ze me anders
naar beneden drukken

wat blijft er dan over
alleen een punt
leg die pen maar neer
stop met typen
zet een punt