Ga ik op zoek
naar de schuchtere schaduwen
die me omringen
Val ik in de diepe donkere
kuilen van teleurstelling
zuchtend gooi ik mijn
frustraties in de lucht
Adem ontsnapt met gegrom
diepe teugen inhaleer ik
en verleer telkens los te laten
Met gesloten ogen bedenk
ik maar weer alles wat anders kan
en zie voortdurend het groenere gras
Licht dringt naar binnen
ogen gaan open, wimpers wijken
schaduwen verdwijnen
maar dat, dat is maar schijn