Foto: Maaike Dekkers
Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet
en het is het kalme water
waarin mijn spiegelbeeld
mij kalmeert, sust
en vertelt dat het allemaal goed komt,
nu of morgen of in ieder geval
eens.
Ik voel, ik voel wat jij niet voelt
en het is de rust die in
mijn bleke tere lijf stroomt
na de stormen is het bloed
gekalmeerd, stroomt weer door
mijn aderen en ademt
het leven.
Ik ruik, ik ruik wat jij niet ruikt
en het is vrijheid,
verse grassprieten verstrengeld
door mijn vingers, het riet dat prikt
in mijn billen, schuurt hier en daar,
herinnert me aan de onschuld die
het zonlicht weerkaatst.
Ik hoor, ik hoor wat jij niet hoort
en het is …
geen buurman, boos bonkend op de muren
geen muziek midden in de nacht
geen vloeken, dreigen, tieren
alleen het zachte ruisen van de wind
volkomen natuurlijk stil.