een vleugje zon
een spatje modder
daar op je linkerwang
net wat boven je lip
haren in de war
vliegensvlug rijd je
op je groene fiets
twee benen in de lucht
een hand reikt zich
aarzelend uit
geeft richting aan
we slaan rechtsaf
volgende keer
wellicht links
we halen auto’s in
zwaaien naar brommers
racen tegen de wind
of varen met de wind
in onze rug
dan val je hard
tegen de rand van
de stoep
tranen stromen
angst in je ogen
stap nu snel weer op
billen op je zadel
handen geklemd
om de grepen
een kus geeft je moed
de wind duwt je zacht